In een nieuwe reeks “de weg naar het WVV” bereiden wij u voor op deze inwerkingtreding, door tot 1 januari 2020 wekelijks een aspect van het WVV kort uit te lichten.
Morgen starten wij de reeks door toe te lichten welke bepalingen sowieso van toepassing worden en welke andere mogelijks aan u zouden voorbij gaan.
Op 1 mei 2019 trad het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (“WVV”) in werking.
Voor veel ondernemers bleef het WVV voorlopig nog een ver van-mijn-bed-show: in een eerste golf was het WVV immers enkel van toepassing op “nieuwe” vennootschappen en verenigingen (opgericht vanaf 1 mei 2019) en op “bestaande” vennootschappen en verenigingen die er uitdrukkelijk voor kozen. Bestaande vennootschappen en verenigingen die er niet voor kozen, bleven buiten schot.
Een tweede golf nadert echter met rasse schreden: vanaf 1 januari 2020 worden alle “bestaande” vennootschappen automatisch onderworpen aan het WVV, zonder er uitdrukkelijk voor te moeten kiezen. Verkijk u hierbij niet op de datum van 1 januari 2024 die vaak wordt aangehaald als uiterste datum om uw statuten aan te passen, het WVV is wel degelijk van toepassing vanaf 1 januari 2020. Meer nog, uw statuten niet aanpassen zou u kunnen beletten te genieten van interessante opportuniteiten uit het WVV.
In een nieuwe reeks “de weg naar het WVV” bereiden wij u voor op deze inwerkingtreding, door tot 1 januari 2020 wekelijks een aspect van het WVV kort uit te lichten.
Morgen starten wij de reeks door toe te lichten welke bepalingen sowieso van toepassing worden en welke andere mogelijks aan u zouden voorbij gaan.